Op de roei hebben we voor roeiers en stuurlieden twee verschillende soorten reddingsvesten ter beschikking: vaststof reddingsvesten en reddingsvesten met een CO₂-patroon.

links:   vaststof reddingsvest	rechts: Reddingsvest met CO2-patroon

Het vaststof reddingsvest is niet geschikt voor roeiers, maar gedurende het winterseizoen verplicht voor alle stuurlieden. Buiten het winterseizoen is de keuze aan de stuurlieden om wel of geen reddingsvest te dragen. Wij adviseren het reddingsvest wel te dragen als de watertemperatuur nog laag is.

Het reddingsvest met een CO₂-patroon is wel geschikt om tijdens het roeien te dragen, maar mag ook gedragen worden door stuurlieden. Een veelgemaakte denkfout is dat de reddingsvesten met een CO₂-patroon zichzelf opblazen bij het in aanraking komen met water. Dat is voor onze sport zéér gevaarlijk! Waarom? Het mechanisme dat het vullen van het reddingsest in werking stelt weet namelijk niet of je te water geraakt bent, of dat het regent of dat je nat gespat wordt door bijvoorbeeld de roeier voor je of een onverwacht hoge golf van een passerende boot. Daarom heeft de club bij de aanschaf van reddingsvesten met een CO₂-patroon expliciet gekozen voor reddingsvesten waarbij je het opblazen zelf moet activeren.

Hoe activeer je het opblazen van een reddingsvest met een CO₂-patroon?

 Als je het reddingsvest goed aangedaan hebt, heb je aan de onderkant van de voorzijde op de linker of rechter flank een trekkoord met een geel of rood palletje. Trek hier één keer flink aan en je activeert het vulmechanisme: het vest blaast zich in no-time vol.

Dit is éénmalig! Als het vest gebruikt is, overhandig het dan aan iemand van de materiaalcommissie: het vest moet gecontroleerd worden en voorzien worden van een nieuw CO₂-patroon.

TIP: VERSTOP NOOIT HET TREKKOORD EN PALLETJE ACHTER HET KLITTENBAND DAT DE LONG EN HET CO₂-PATROON BESCHERMEN, DAT IS LEVENSGEVAARLIJK!